Reading time: ca. minutes


Tijd

 

12. Voorbijgaande tijd

Een andere diepgewortelde overtuiging is die van een lineaire, voorbijgaande of durende tijd die onze huidige ervaring lijkt vast te pinnen in een stroom van momenten die al voorbij zijn en momenten die nog moeten komen. Daarbij vergeten we dat het zogenaamde verleden slechts bestaat uit herinneringen die, net als verwachtingen over de toekomst, slechts gedachten zijn die opkomen in het ene, huidige, veranderende moment. Het verleden bestaat alleen in het geheugen en geeft zo aanleiding tot kennis. De toekomst is alles wat we nog niet weten. In feite is er noch een verleden, noch een toekomst, noch een heden. Je kunt het heden niet bevatten omdat het alweer veranderd is.


Natuurlijk is alles wat gebeurd is ook echt gebeurd, maar ook dat is NU gebeurd, net zoals wat morgen of in de volgende seconde zal gebeuren ook NU gebeurt (ik zal mijn agenda maar niet afschaffen). Op DIT moment vindt de complete geschiedenis van het universum plaats. Op dit moment kunnen we sterren en sterrenstelsels bekijken die miljarden jaren oud zijn. De "Big Bang" vindt plaats op dit moment!

Dit moment van ervaring is altijd de oorsprong.

Deze illusie, het geloof in het verstrijken van de tijd, is ook moeilijk te doorzien. We leven met de klok en onze agenda. Toch weten we ook dat 10 minuten in de tandartsstoel heel anders voorbijgaan dan 10 minuten in de armen van onze geliefde. Perceptie van tijdsduur is puur subjectief. In een droom van een half uur kloktijd kunnen dagen voorbijgaan.

De 18e eeuwse filosoof Immanuel Kant zag tijd (en ook ruimte) als een a priori, subjectieve vorm van intuïtie die onze ervaring structureert. Hij stelde dat tijd geen externe entiteit is, maar een noodzakelijk kader waardoor we de wereld waarnemen en begrijpen.

Voor Kant is tijd niet afgeleid van onze zintuiglijke ervaringen, maar eerder een fundamenteel aspect van onze mentale vermogens. Het is een zuivere intuïtie die in ons bestaat en ons in staat stelt onze waarnemingen te ordenen en te rangschikken. Tijd is volgens Kant een universele en noodzakelijke voorwaarde voor de mogelijkheid van ervaring. Kant maakt onderscheid tussen fenomenen, die de objecten van onze zintuiglijke ervaring zijn, en noumena, die de dingen zijn zoals ze op zichzelf zijn, onafhankelijk van onze waarneming. Voor Kant behoort tijd tot het rijk der verschijnselen en is het een subjectief kader dat door onze cognitieve vermogens wordt opgelegd. Het is geen eigenschap die inherent is aan de noumenale wereld.

Zelfs in de moderne natuurkunde beginnen wetenschappers het bestaan van tijd in twijfel te trekken:

"Dit onderscheid tussen verleden en toekomst is niet aanwezig in de basisgrammatica van de wereld. Het ontstaat alleen omdat we een onnauwkeurige visie op de werkelijkheid hebben."

Carlo Rovelli

Tijd wordt vaak behandeld als een soort fundamentele substantie. Maar hoe meer wetenschappers de tijd onderzoeken, hoe meer het idee dat het een substantiële eigenschap van het universum is, onjuist blijkt te zijn. We creëren een gevoel van voorbijgaande tijd in een wereld waar die fysiek niet bestaat. Dit relativerende effect van tijd is consistent met wat wetenschappers op kwantumniveau hebben waargenomen. Wanneer je het gedrag van de kleinste fysieke grootheden in het universum bestudeert, zoals Carlo Rovelli doet in "The Order of Time", ontdek je al snel dat er geen bewijs is voor tijd. In plaats daarvan suggereert de kwantumfysica dat het gevoel van geordende, vloeiende tijd wel eens puur het resultaat zou kunnen zijn van ons menselijk perspectief. We kunnen onmogelijk alle kwantumfluctuaties registreren die zich op een bepaald moment voordoen, dus wordt onze interactie met de wereld onvolledig; we zien er een vage versie van. In een wereld zonder tijd lijken we die tijd te creëren - en dat proces is zeer persoonlijk.

Carlo Rovelli:

"Een groot aspect - het belangrijkste aspect - van de manier waarop we dit gevoel van stromende tijd ervaren, heeft eigenlijk te maken met onze emoties. We hebben geen emotioneel neutrale relatie met tijd. Tijd gaat voorbij en neemt dingen van ons weg; het geeft ons leven en neemt tijd van ons weg. Er is dus een groot emotioneel gevoel van tijd."

"Maar dit stelt de natuurkunde voor een groot probleem. Als het hele streven van de wetenschap is om de wereld zo objectief mogelijk te verklaren, hoe kunnen we dan reageren op dit idee van tijd als een grotendeels emotionele constructie?"

"In de wetenschap proberen we ons te zuiveren van emoties, maar als we dat doen, begrijpen we niet wat tijd is. Het begrijpen van tijd wordt voor een groot deel het begrijpen van de manier waarop we werken - de manier waarop onze hersenen en ons bewustzijn werken - en daarom is het probleem van tijd zo fascinerend."

John Archibald Wheeler:

"Geen ruimte. Geen tijd. De hemel heeft ons het woord 'tijd' niet gegeven. De mens heeft het uitgevonden... Als er problemen zijn met het begrip tijd, dan zijn die van onze eigen creatie... zoals Einstein het uitdrukte: 'Tijd en ruimte zijn modi waarmee we denken, en geen condities waarin we leven.'"

Wheeler, J.A., ‘Information, physics, quantum: The search for links‘

In zijn boek "The Case Against Reality" stelt de cognitieve wetenschapper Donald Hoffman dat tijd en ruimte symbolische categorieën zijn die een soort container vormen die lijkt op het grafische "bureaublad" van een computer. De dingen die we waarnemen zijn slechts "pictogrammen" op dit bureaublad. De voortplanting van DNA, oftewel "evolutie" is de kracht achter deze ontwikkeling. Het creëert een omgeving voor ons die niet in de eerste plaats een waarheidsgetrouwe weergave is van de buitenwereld, maar een die het meest geschikt is voor onze overleving.