8. Kernovertuigingen

Geloof is een vorm van inbeelding die niet gebaseerd is op bewijs. Geloof is niet redelijk, niet feitelijk. Geloof omvat overigens niet alleen religieus geloof, maar ook politieke overtuigingen, ideologieën en allerlei verzinsels en gewoonten die gewoonlijk "bijgeloof" en "magisch denken" worden genoemd.

Geloof in al zijn vormen is mogelijk omdat het gebaseerd is op een complex van onderling samenhangende overtuigingen, gevormd tijdens de menselijke evolutie en geassimileerd tijdens de kindertijd, die ik hier "kernovertuigingen" zal noemen.

In het bijzonder:

• Het geloof in een identiteit die gescheiden is van het weten. Een "ik" of "ego" dat zichzelf centraliseert in een "binnenwereld" en tegelijkertijd een "buitenwereld" projecteert.
• Het geloof in "objecten" door het objectiveren en benoemen van de stroom van indrukken in afzonderlijke, bestendige dingen, zowel psychische (gedachten, gevoelens) als fysieke objecten.
• Het geloof dat het zelf machtig is, verantwoordelijk en in staat om de stroom van ervaringen te manipuleren: het zelf heeft een "vrije wil".
• Het geloof in voorbijgaande tijd, met een causaal verleden en een toekomst die gepland kan worden.

Vermoedelijk zijn de fundamentele overtuigingen het resultaat van de evolutie van het menselijk dier en wordt deze evolutie opnieuw ervaren tijdens de opvoeding van het menselijk kind.