Leestijd: ca. minuten


A sense of wonder

 

3. Een gevoel van verwondering

Op de kleuterschool vond ik het heerlijk om in de zandbak van de speelplaats te graven. Sommige kinderen hadden gezegd dat er water onder al dat zand moest zitten. En dus bleef ik graven tot ik het vond. Eigenlijk ben ik de zandbak van de kleuterschool nooit ontgroeid, want ik vind het nog steeds interessant om te weten wat er onder al dat zand zit...

Toen ik 8 jaar oud was verzamelde ik knipsels van "De Rusteloze Aarde", die elke zaterdag verscheen in de krant van het "Utrechts Nieuwsblad" in het begin van de jaren '60.


Wetenschap

Nog weer wat later kreeg ik een scheikundeles en nog weer wat later deed ik experimenten in mijn eigen lab in de garage van mijn ouders. Ik volgde ook de ruimtevaart op de voet en communiceerde met Amerikaanse en Russische ruimtevaartorganisaties.

De Rusteloze Aarde

Het verzamelen van wetenschappelijke en andere kennis was echt mijn passie en ik zag mezelf al onderzoeker worden in een lab met veel indrukwekkend glaswerk en apparatuur. Vooral de natuurwetenschappen trokken me aan, maar ook parapsychologie en allerlei pseudowetenschappen, zoals astrologie, UFO's en wat dies meer zij. Ik kocht en las ook veel sciencefiction. Ik denk dat ik een beetje een raar kind was :-).

Na de middelbare school en een opleiding tot laborant heb ik een paar jaar in een microbiologisch laboratorium van een ziekenhuis gewerkt. En daar werd me al snel duidelijk dat de praktijk van zo'n lab helemaal niet bij me paste. Veel te eentonig, te oppervlakkig, te praktisch en te gefocust op details. Ik was (en ben nog steeds) veel meer geïnteresseerd in meer omvattende en diepere onderwerpen, zoals theorieën over en onderzoek naar ruimte en tijd, deeltjesfysica en kosmologie. Ik heb echter niet de nodige aanleg voor wiskunde om me professioneel met deze onderwerpen bezig te houden.

Maar na mijn ontslag uit het ziekenhuis kon ik filosofie gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam. En daar ging mijn wereld open. Nadenken over de filosofische vraagstukken die te maken hebben met materie en bewustzijn, en de oorsprong en diepe aard van het universum, maakte dat ik elk college met groot enthousiasme bijwoonde. Ik had de tijd van mijn leven! En elke dag had ik een nieuwe held - meestal geïnspireerde denkers die zich richten op het "grote geheel" zoals Henri Bergson, Teillard de Chardin, Robert Pirsig, David Bohm, Oliver Reiser, Itzhak Bentov en Carl Jung. Ik heb ook parapsychologie gestudeerd als mijn niet-filosofische bijvak bij professor Tenhaeff in Utrecht.

System

In feite was ik op zoek naar een visie waarin alle stukjes en beetjes echte en misschien ingebeelde kennis die ik had verzameld zouden passen in een allesomvattend, totaal hermetisch, verenigd systeem, mijn persoonlijke "Theorie van Alles". Zo'n visie zou me de kracht van het ultieme begrijpen geven!

Anarchisme

Als jonge tiener voelde ik me al sterk verbonden met de politieke filosofie van het anarchisme. In Nederland hadden we in de jaren zestig de Provo beweging en later de Kabouters. Beide waren sterk anti-autoritair en genoten grote sympathie onder de bevolking, vooral in de grote steden, zoals Amsterdam. Provo was fris, wild en speels. Ik vond het leuk en interessant, maar was te jong om mee te doen.

Later in mijn twintiger jaren sloot ik me aan bij een plaatselijke actiegroep die de "Actieraad" heette. Veel leden, waaronder ikzelf, maakten oorspronkelijk deel uit van een kleine linkse politieke partij die vertegenwoordigd was in de gemeenteraad van de stad waar ik woonde. Ontgoocheld door corruptie verlieten we de officiële politieke arena en richtten we ons in plaats daarvan op "directe actie", zoals kraken, saboteren, het opzetten van of deelnemen aan demonstraties en happenings. We verkochten ook boeken, buttons en andere linkse parafernalia vanaf een bakfiets en later vanuit een gekraakt voormalig restaurant, dat we "Utopia" noemden.

Ik las veel boeken van anarchisten en tijdens mijn studie filosofie aan de Universiteit van Amsterdam volgde ik ook een workshop over anarchisme.

Een klein boek genaamd "Rhizome" van de Franse poststructuralisten Gilles Deleuze en Félix Guatari betekende het einde van mijn betrokkenheid bij zowel de anarchistische theorie als de praktijk. Ze lieten me duidelijk zien dat we allemaal zwaar geïndoctrineerd zijn door een bepaalde manier van denken, die onnatuurlijk lineair is, hiërarchisch, in de vorm van een boom, met vertakkingen vanaf de wortel naar boven of vanaf de top naar beneden.

Omdat de geest geïndoctrineerd is, begreep ik dat het de geest is die ik moet onderzoeken. Ik concludeerde dat politiek en politieke activiteit eigenlijk ineffectief zijn. Ik ervoer dat het activisme van mijn actiegroep ook niets opleverde, wat erg frustrerend was.

Tegelijkertijd werd ik beïnvloed door de feministische slogan "alle politiek is persoonlijk en het persoonlijke is politiek". De tijd was rijp om me op het persoonlijke te richten, om "naar binnen" te gaan. Ik begon me steeds meer te interesseren voor alles wat psychologisch en "spiritueel" was. En ik vergat het anarchisme bijna helemaal.

Spiritualiteit

Feminisme bracht me ertoe om "naar binnen te gaan" door therapeutische benaderingen zoals "radicale therapie" en "counseling" te onderzoeken. Veel feministische vrouwen waren in die tijd (eind jaren 1970) betrokken bij wat bekend stond als "FORT"-groepen (Feministische Oefengroepen Radicale Therapie). Feministische mannen kopieerden dat format in wat zij "MRT" (Mannen Radicale Therapie) noemden. Beide hadden dezelfde structuur, gebaseerd op het helpen van elkaar zonder een leidende therapeut. Ik vormde een MRT-groep met een paar mannen van de Actieraad en we hielden bijeenkomsten bij mij thuis. Er werd veel gehuild, boosheid geuit, geknuffeld en positief bevestigd.

Maar dit was nog maar het begin. Al voor mijn bekering van politiek naar spiritualiteit had ik boeken gelezen van Blavatsky, Carlos Castaneda, Tathang Tulku, J. Krishnamurti, Vimala Takar, George Gurdjieff en vele anderen. Ze spraken allemaal over het verkennen van het geestelijke, de "innerlijke wereld". Ik las over bewustzijn, werelden voorbij de gewone werkelijkheid, paranormaal reizen en buitenlichamelijke ervaringen. Ik geloofde al snel in chakra's, aura's, reïncarnatie, gechannelde entiteiten, acupunctuur enzovoort.

Ik las ook over de mogelijkheid van "spirituele verlichting" en over de "wegen" naar deze toestand. Ik begreep dat je deze reis niet alleen kunt maken. Je hebt een gids nodig, een goeroe, iemand die de weg kent. In Castaneda's boeken heb je de figuur van Don Juan die Carlos onderwees op zijn pad om een "Nagual" te worden, een meester die vrij is van alle beperkingen van culturele indoctrinatie. Dat wilde ik ook voor mezelf. Maar waar kon ik zo'n meester vinden?

Mala

Een paar keer had ik mensen ontmoet die in oranje/rode kleding rondliepen en een ketting droegen met een afbeelding van het gezicht van een Indiase goeroe erop. De goeroe was in die tijd erg beroemd in Nederland. Hij noemde zichzelf Bhagwan Shree Rajneesh (nu bekend als "Osho"). Hij had een ashram in Poona, India. Maar in mijn sceptische geest was deze man gewoon een oplichter die zijn volgelingen uitbuitte voor geld. Ik wilde niets met hem te maken hebben.

Toch kon ik niet anders dan de man intrigerend vinden. Na een tijdje begreep ik dat veel zeer intelligente mensen "sannyas namen", wat betekende dat ze een discipel, een "sannyasin" van Rajneesh werden. Ik begon boeken te lezen van Rajneesh en van mensen zoals de beroemde psychiater Jan Foudraine, die nu "Swami Deva Amrito" heette.

De boeken waren geweldig! Rajneesh's ideeën over seks, geld, maatschappij en religie verbluften me! Ik vond zijn hele visie van de "Nieuwe Mens" die zowel een Boeddha als een Zorba de Griek is, die verlicht is maar ook echt van het leven kan genieten, onweerstaanbaar. Het contrast met mijn zeer serieuze vroegere politieke kameraden was meer dan duidelijk. De hele beweging van mensen rond Rajneesh stroomde over van vreugde, speelsheid en feestelijkheid. En dus waagde ik de sprong. Voor mij was het echt "sannyas of zelfmoord" zoals ze zeiden, want ik was aan het eind van mijn Latijn en voelde me behoorlijk wanhopig. Ik voelde dat ik geen keus had en wierp mezelf in sannyas en aan de voeten van de "verlichte meester".

En al snel ontving ik de brief van Ma Anand Sheela, Rajneesh's secretaresse, waarin stond dat ik geaccepteerd was en een nieuwe naam had gekregen: Swami Pantha Chinmayo. Ik hield van het "Chinmayo" gedeelte (dat "bewustzijn" betekent), maar niet zo van het vreemd klinkende voorvoegsel "Pantha", dat "pad" betekent. Maar hoe dan ook, ik drong er bij mijn omgeving op aan om mijn nieuwe naam te gebruiken...

En ik sloot me al snel aan bij mijn eerste therapiegroep en deed dagelijks de Rajneesh meditaties. In feite deed ik de hele trip van het leven in sannyas communes en het doen van de tour naar Rajneeshpuram in Oregon, USA, waar Rajneesh in die tijd (begin jaren '80) zijn verblijfplaats had.

Ik keek op tegen de meeste van mijn mede-sannyasins, vooral leiders van centra en bekende therapeuten. Deze mensen waren duidelijk veel meer gecenterd, veel meer geïntegreerd, veel meer verlicht dan ik. En al die tijd had ik er geen idee van dat ik me in feite bij een sekte had aangesloten. Ik geloofde echt dat dit het echte werk was en dat ik op weg was naar mijn eigen verlichting. Ik moest gewoon meer meditaties en meer therapiegroepen doen om mezelf te ontdoen van negatieve energie en onbewuste patronen.

Ik raakte gewend aan de gaslighting, het misbruik en de machtsstreken van therapeuten en leiders in de gemeenschap, en ik droeg zelf ook mijn steentje bij aan het misbruik toen ik eenmaal enige spirituele status had. In die tijd stelde ik deze praktijken niet in vraag, ik dacht echt dat het juist was om te doen.

Er was ook het geroddel, het neerkijken op minder verlichte types en minder radicale stammen van de sannyasbeweging. En tegelijkertijd was er veel feest, drugs en orgieën, waardoor ik ook een geweldige tijd heb gehad, moet ik zeggen!

Na 10 jaar kwam er een einde aan mijn sannyas-avontuur. De druk en angsten veroorzaakt door het misbruik werden me te veel en zodra ik kon ontsnappen uit de commune waar ik woonde, stapte ik eruit! Rajneesh was inmiddels ook overleden. Maar mijn droom van verlichting nog lang niet.

In Lucknow, India in die tijd, leefde een andere goeroe die veel mensen aantrok, waaronder veel sannyasins. Zijn naam was Papaji, ook wel Poonjaji genoemd, maar zijn echte naam was Hariwansh Lal Poonja, zelf een discipel van Ramana Maharshi, de heilige van Arunachala. Een andere Indiase goeroe, die in Mumbai woonde, Sri Nisargadatta Maharaj, trok ook veel mensen uit het Westen aan. Beide goeroes kunnen geplaatst worden in een Hindoeïstische traditie die "Advaita Vedanta" heet, waarbij Advaita "niet twee" betekent. Advaita leert dat het zelf of de "Atman" in feite één is met het universele bewustzijn of Brahman. Dus het zelf en de wereld gezien door het zelf zijn een illusie, alleen Brahman bestaat.

Westerse discipelen van Papaji en Nisargadatta brachten de leer van Advaita naar het Westen. Gangaji, Andrew Cohen, Isaac Shapiro, Ramesh Balsekar, Alexander Smith en vele anderen hielden bijeenkomsten die "satsang" genoemd werden. Ik was in satsang met Djihi Marianne, zelf een volgeling van Shapiro, Mira, de vrouw van Papaji, en Timothy, een volgeling van Alexander Smith.

Satsang

Een typische satsang had een leraar vooraan - vaak in speciale kleding - vergezeld van foto's van de mensen in haar of zijn lijn. Rondom en voor de leraar zat de groep aanwezigen op kussens of stoelen. Er waren bloemen, zachte muziek en veel stilte. De leraar sprak met zachte stem en de aanwezigen konden vragen stellen na de openingsspeech. Iedereen lachte en huilde.

Deze leraren claimden allemaal verlichting en omdat de leraren eigenlijk heel benaderbaar waren (je kon na afloop van de show een biertje met ze drinken), leek verlichting ook zo dichtbij, zo gemakkelijk te bereiken... Er waren veel momenten waarop ik dacht dat ik het had... Maar het gelukzalige gevoel van satsang duurde nooit lang. En dus ging de zoektocht verder...

De Neo-Advaita satsang scene groeide uit tot wat nu (2023) bekend staat als "Non-dualiteit". En er is een enorme groei van leraren, boeken, video's, bijeenkomsten, online shows, etcetera gaande. Natuurlijk heeft het internet dit fenomeen enorm geholpen. Je vindt de Mooji's, Adyashanti's, Rupert Spira's, Eckhard Tolle's, Jeff Fosters, Tony Parsons, en vele, vele anderen, bijna op elke straathoek. Het is een complete industrie!

Ik heb veel van deze leraren met plezier gelezen en bekeken en van sommige geniet ik nog steeds. Het ding is dat na het lezen van een boek, een video of het bijwonen van een bijeenkomst, na het aanvankelijke "ja, dit is het!", er altijd een onrust was omdat ze me nooit helemaal bereikten, dus las ik het volgende boek van de volgende leraar en dan het volgende boek. Mijn boekenplank was goed gevuld. Ik bleef geloven dat er ooit iemand zou zijn die me de echte waarheid kon laten zien, mijn waarheid, en dan zou ik klaar zijn, wat zou betekenen dat ik eindelijk verlicht zou zijn. Voor altijd.

Afgezien van de zoektocht naar ultieme kennis en verlichting heb ik altijd een oprecht besef gehad van hoe verbazingwekkend en ontzagwekkend dit leven, dit universum is. En dat besef is er nog steeds. De zoektocht naar verlichting is tegenwoordig min of meer gestopt, dankzij het lezen van het werk van een paar mensen die je achterin dit boek vindt. Het enige wat ik echt weet is deze ervaring op dit moment, terwijl ik deze woorden typ. Het maakt me niet meer uit hoe het genoemd wordt. Het leven gebeurt. Het brengt wat het brengt. En "verlichting" is gewoon een woord. Wat maakt het uit.

“Ik denk niet meer in termen van ervaringen hebben. Dingen gebeuren gewoon. De regen druppelt zachtjes. Het hart klopt. Er is ademhaling, in-uit-in-uit-in-uit. Er is stille, luisterende openheid... leegte... niets... Verlichting? Hoe dodelijk is het om er een label aan te hangen. Dan word je iemand. Op het moment van labelen bevriest de levendigheid in een concept. Mijn verlichtingservaring! Leven, volledig leven, betekent stromen zonder belemmering - een kwetsbare stroom van levendigheid zonder weerstand... Zonder na te hoeven denken over 'mezelf' - wat ik ben, wat ik zal zijn. Onze ervaringsdrang is een vorm van verzet in de tijd.”

Toni Packer

Asha in de zandbak

Ik weet niet meer wat er onder het zand zit, hoewel ik zou kunnen blijven graven tot Sint Juttemis. In feite weet ik niet eens wat de zandbak zelf is, noch wat erin zit of waar het vandaan komt. Ik weet alleen dat de zandbak er is en dat ik er middenin zit.

En het anarchisme is terug. Niet als politieke filosofie, maar als een afkeer van ultieme antwoorden en starre hiërarchische structuren in geest, spiritualiteit en wetenschap..

“Truly, we live with mysteries too marvelous to be understood.
How grass can be nourishing in the mouths of the lambs.
How rivers and stones are forever in allegiance with gravity while we ourselves dream of rising.
How two hands touch and the bonds will never be broken.
How people come, from delight or the scars of damage, to the comfort of a poem.
Let me keep my distance, always, from those who think they have the answers.
Let me keep company always with those who say ‘Look!’ and laugh in astonishment, and bow their heads.”

Mary Oliver, Mysteries, Yes