Reading time: ca. minutes


Appels
Vera De / Unsplash

 

10. Bestendige objecten

Naast het geloof in een afzonderlijk, onafhankelijk zelf, is er het geloof in een subject dat objecten waarneemt, oftewel afzonderlijke, onafhankelijke en blijvende dingen. Dit kunnen psychische dingen zijn, zoals een bepaald gevoel of gedachte - dingen van de "binnenwereld", maar ook dingen in de zogenaamde "buitenwereld".


Neem een appel. Op de tafel voor je staat een mand met appels. Geen probleem: je pakt een van de appels. Maar wat heb je eigenlijk gepakt? Een "appel"? Als deze zin wordt gelezen, horen de meeste mensen in hun hoofd de klanken waaruit het woord "appel" bestaat. De zin kan ook worden uitgesproken en dan wordt het geluid hardop gehoord. Er is dus het woord "appel", de klank "appel" in het hoofd, de klank hardop, en er is het "ding" dat nu wordt vastgehouden, de "appel" zelf. Er zijn andere "appels" in de mand. Dit zijn allemaal "appels".

Maar wat is een "appel" nu werkelijk? Die dingen die daar in die mand liggen zijn geen combinaties van letters of klanken. Het zijn uiteraard totaal verschillende dingen. Wat we nu in onze hand houden heeft daar niets mee te maken. Deze appel is ook anders dan alle andere appels en toch noemen we ze allemaal "appels".

Als we onze appel een tijdje laten liggen, zullen we zien dat hij verandert. Langzaam verandert de mooie glanzende vrucht in een hoopje bruine rommel. Even later is zelfs dat weg. Waar is de oorspronkelijke appel nu? (In feite gaat er niets echt verloren, er vindt alleen een herschikking van atomen plaats).

Voordat we de appel vasthielden, heeft hij een hele geschiedenis doorgemaakt. Hij groeide aan een boom uit een appelbloesem. De bloesem groeide aan een appelboom, die zelf weer groeide uit het zaadje dat in een appel zat, enzovoort. De geschiedenis van de appelboom gaat minstens 13,8 miljard jaar terug tot de tijd van de schepping van het heelal, als dat al een begin zou hebben gehad.

De appel die we nu vasthouden is dus geen onafhankelijk en duurzaam "ding". Zo te zien bestaan er helemaal geen onafhankelijke, duurzame dingen. Alles verandert constant in één voortdurende stroom. "Je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen", zei de wijsgeer Heraclitus zo'n 2500 jaar geleden.

Door alles om ons heen een naam te geven, proberen we ons toch aan iets vast te houden. We maken er een "ding" van, een concept. Heel handig in communicatie. Ik weet meteen wat er bedoeld wordt als iemand me vraagt om een appel uit de mand voor me te pakken.

Objectivering doen we niet alleen met appels, maar ook met mensen. Ik heet Ton Haarmans, maar wat ben ik eigenlijk? Nog even en ik ben ook een hoopje bruine rommel en mijn oorsprong gaat ook terug tot de oerknal, of wie weet nog verder terug.

Iets een naam geven, een identiteit, is niet meer dan een magische handeling, een bezwering eigenlijk, die (hopelijk) de communicatie vergemakkelijkt, maar op geen enkele manier iets zegt over wat een bepaald fenomeen eigenlijk is. Dat kan het ook niet omdat het fenomeen zelf geen individualiteit heeft, geen identiteit, geen permanentie.

En dus geldt hetzelfde voor mezelf, voor wie of wat ik ben. Ik ben niet. Daarom heb ik ook geen macht. Tegelijkertijd ben ik natuurlijk wel, net als de appel, en schijnbaar neem ik beslissingen. Het is niet zo dat ik of de appel niet bestaan, maar niet op de manier waarop we gewoonlijk denken dat iets of iemand bestaat, namelijk als iets dat een blijvende en vaste identiteit heeft, los van de verschijnselen om ons heen. Alles stroomt, alles is de stroom, "Panta rei", of zoals het boeddhisme zegt, "alles is leeg".

"Tegelijkertijd zou het dwaas zijn om de schijnbare realiteit van stoelen en tafels en van jou en mij te ontkennen. Maar we kunnen over geen van deze ogenschijnlijke 'dingen' echt controle hebben. We kunnen niet echt zeggen dat wat hier verschijnt iets is, en tegelijkertijd kunnen we niet zeggen dat het niets is. Het is gewoon niet te vangen in een conceptuele formulering. Permanent, vergankelijk, stromend, flitsend, onbeweeglijk, veranderlijk, onveranderlijk, altijd aanwezig, altijd veranderend, zelf, geen-zelf, eenheid, veelheid - geen van deze beschrijvingen houdt volledig stand bij zorgvuldig onderzoek. De werkelijkheid zelf is simpelweg onmogelijk te vangen in concepten en woorden."

Joan Tollifson

Het feit dat we patronen kunnen herkennen in wat op het eerste gezicht ongedifferentieerde chaos op het gebied van waarneming lijkt, is natuurlijk buitengewoon handig. Ik herinner me dat ik een tijdje geleden computerles gaf aan mensen van boven de 80. Het bureaublad van een pc zag er voor hen heel anders uit dan voor mij. Ik zag bijvoorbeeld allerlei klikbare "pictogrammen". Zij niet. Zij zagen geen verschil in al die kleureninformatie op het scherm. Voor hen was het één ongedifferentieerd beeld, waarbij de icoontjes niet te onderscheiden waren als aparte "dingen" waarmee je iets kon doen.

Dit is ook hoe ik me voorstel hoe een pasgeborene de wereld zou zien: zonder herkenbare vormen met betekenis, zonder onderscheid tussen voor- en achtergrond. Blijkbaar vindt er een leerproces plaats, waarbij geleidelijk de wereld wordt gevormd zoals wij volwassenen die zien.

Autostereogram

Op een gegeven moment wordt er onderscheid gemaakt en is er opeens een verschil tussen voorgrond en achtergrond, of tussen gebieden met verschillende kleuren, of tussen een "binnenwereld" en een "buitenwereld". Nogmaals, ik kan me voorstellen dat dit vergelijkbaar is met een object dat plotseling in beeld komt bij het bekijken van een "auto-stereogram", dat op het eerste gezicht alleen chaos of een willekeurig patroon van stippen bevat.

Later zal ik een theorie van Donald Hoffman bespreken waarin hij veronderstelt dat de wereld die we waarnemen niet per se een waarheidsgetrouwe perceptie van de "buitenwereld" is, maar een symbolische voorstelling die door de evolutie is opgezet om ons een beeld te geven dat het meest "fitting" is voor onze overleving.